Oro-Myofunctionele Therapie (OMFT)
Alle spieren rond de mond zoals de tong, de lippen en de kauwspieren hebben invloed op de vorm van het gebit omdat ze daarop kracht uitoefenen. Normaal zijn deze spieren in balans. Deze balans kan echter door zuig- en bijtgewoonten, een afwijkend slikpatroon, mondademen en slissen of lispelen verstoord worden. Dat kan dan gebitsafwijkingen met kauwproblemen maar ook pijnklachten (hoofd- of kaakpijn) ten gevolge hebben.
Logopedie, tandheelkunde en orthodontie raken hier aan elkaar. Daarom werk ik zeer nauw met zowel tandartsen als orthodontisten en met de tongkliniek samen.
Wat zijn zuig- en bijtgewoonten?
Door duimen of langdurig gebruik van een fopspeen kan de stand van tanden en de kaak gaan afwijken. De lip- en tongspieren worden daardoor slap en er ontstaat een afwijkend slikpatroon.
Andere verstorende mondgewoonten zijn: tong-, lipzuigen, vingerbijten, nagelbijten, lipbijten en knarsen.
Wat is een afwijkend slikpatroon?
We slikken ongeveer 2000 keer per dag. Als de tong hierbij elke keer naar voren of zijdelings perst kan dat de vorm van de tanden, kiezen, kaken of gehemelte negatief beïnvloeden.
Zo kan door tongpersen of duimen bijvoorbeeld een “open beet” ontstaan waarbij de tanden elkaar niet meer overal raken. Tijdens de behandeling zal u of uw kind leren om weer op een “gezonde/normale” manier te slikken.
Wat doet mondademen?
Door mondademen vergroot de kans op infecties van de keel of amandelen. Alleen bij ademen door de neus wordt de lucht namelijk in de neusholte bevochtigd, verwarmd en gereinigd. Verder heeft ook het mondademen weer een verstorende invloed op de stand van de tanden en de vorm van het gehemelte.
Wat is slissen/lispelen?
Als de tong naar voren tegen de tanden (addentaal) of zelfs tussen de tanden (interdentaal) geduwd wordt hoort u een onzuivere /s/.
Maar ook andere klanken zoals /l/, /n/, /t/, /d/ en /z/, kunnen interdentaal of addentaal gesproken worden. Schuift de tong zijwaarts (lateraal) tegen de hoektanden en kiezen ontstaat ook een onzuivere /s/. Slissen, duimen en ander afwijkend mondgedrag gaan vaak samen. Tanden en kiezen worden naar voren of zijdelings gedrukt en de mondmotoriek wordt slap. Ook is afwijkend slikgedrag dan waarschijnlijker.
Te kort tongriempje en/of lipbandje
Door een te kort tongriempje ligt de tong vaak laag in de mond en ook tijdens het slikken is er niet voldoende contact met het gehemelte. Hierdoor ontstaat een smal en hoog gehemelte en is er ook minder ruimte voor tanden en kiezen in de bovenkaak.
Door een te kort lipbandje is het moeilijk om de mond goed te sluiten. De bovenlip is dan wat korter, de onderlip vaak een beetje verdikt, de kin is gespannen. Door te veel spanning in de kin kunnen de tanden in de onderkaak scheef gaan staan.
Zowel het tongriempje als het lipbandje kunnen door een kleine chirurgische ingreep losser gemaakt worden waardoor er meer ruimte gecreëerd wordt en de spieren beter in balans komen.
Kijkt u voor meer informatie onder http://www.tongriem.com/groningen
Diagnostiek
Tijdens een intake van ruim een uur vindt een geprek en een onderzoek plaats. Bij dit onderzoek worden verschillende metingen verricht (zoals onder andere het opmeten van de lipkracht) en een foto van het gebit gemaakt. Zo wordt duidelijk welke spieren over- of onderontwikkeld zijn. Op basis van deze intake kan ik een individueel behandelplan voor u opzetten.
Therapie
De logopedische behandeling OMFT is een oefentherapie. Het doel is de spieren van de mond weer in balans te brengen, en daarmee de kaak en mondvorm te verbeteren.
OMF-Therapie bestaat uit het afleren van foutieve mondgewoonten en het oefenen van spieren in en om de mond. Zo nodig kan ook een doelgerichte articulatietraining worden gegeven. In ernstigere gevallen kan het nodig zijn om een orthodontische of kaakchirurgische correctie te ondergaan. Deze wordt wederzijds door de OMFT geoptimalizeerd. Dat betekent dat de kans op een relaps na de orthodontische of kaakchirurgische behandeling duidelijk verminderd kan worden.
Orthodontie en chirurgie kunnen door vroeg ingrijpen vaak voorkomen worden.
Het is helaas zo dat vaak met de behandeling gewacht wordt tot het gebit helemaal gewisseld is en/of het kind in de puberteit komt. Echter is inmiddels bekend dat de kans op een succesvolle behandeling het grootst is als de behandeling zo vroeg mogelijk opgestart wordt. Vanaf 5 jaar kan al een volwaardige OMFT gestart worden, maar ook met kinderen tussen 3-5 jaren kan voorbereidend het afwijkend mondgedrag afgeleerd worden. De behandeling is dan wat speelser. Ook volwassenen kunnen baat hebben bij een OMF-Therapie als ze bijvoorbeeld last van hun kaakgewrichten hebben.
Als het dagelijks oefenprogramma thuis gedaan wordt, duurt een OMFT meestal tussen 10 en 20 sessies van 30 minuten per week.